Het anti-VEGF

Wat is anti-VEGF en hoe wordt het toegediend? 

Waarvoor dient anti-VEGF?

De ontwikkeling van deze abnormale bloedvaten ter hoogte van het centrale deel van het netvlies in de bovenvermelde aandoeningen, kan gestopt worden door middel van het injecteren van anti-VEGF in het oog. VEGF staat voor Vascular Endothelial Growth Factor. Anti-VEGF gaat dus de groei van abnormale bloedvaten remmen, waardoor het zichtsverlies terug hersteld kan worden of waardoor de verder visusverlies tegengehouden kan worden.

Er zijn op heden 3 anti-VEGF geneesmiddelen op de markt:

1. Lucentis (ranibizumab):

Gehumaniseerd monoklonaal antilichaamfragment Fc, dat zich vastzet op receptoren van VEGF.

Lucentis is geïndiceerd bij volwassenen voor:

  • de behandeling van neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (LMD). Sedert april 2016, wordt Lucentis terugbetaald door de ziekteverzekering, zonder beperking in tijd noch in aantal, op voorwaarde dat de visus na de opstartdosis van 3 maandelijkse injecties >= 0.1 bedraagt

  • de behandeling van visusverslechtering als gevolg van diabetisch macula-oedeem (DME). Sedert april 2016, wordt Lucentis terugbetaald door de ziekteverzekering, zonder beperking in tijd noch in aantal, op voorwaarde dat de visus na de opstartdosis van 3 maandelijkse injecties >= 0.1 bedraagt, en op voorwaarde dat de glycemie en de cholesterolemie goed onder controle zijn met een HbA1c < 8%.

  • de behandeling van visusverslechtering als gevolg van macula-oedeem secundair aan retinale veneuze takocclusie (BRVO) of retinale veneuze stamocclusie (CRVO = centrale veneuze occlusie). Sedert april 2016, wordt Lucentis terugbetaald door de ziekteverzekering, zonder beperking in tijd noch in aantal, op voorwaarde dat de visus =0.1 bedraagt. Bij de CRVO worden gedurende het eerste behandelingsjaar 10 injecties per oog, en gedurende het tweede behandelingsjaar 5 injecties per oog terugbetaald door de ziekteverzekering, op voorwaarde dat de visus na de opstartdosis van 3 maandelijkse injecties >=0.1 bedraagt.

  • de behandeling van visusverslechtering als gevolg van choroïdale neovascularisatie (CNV) secundair aan pathologische myopie (hoge bijziendheid, met het vormen van slechte bloedvaatjes onder het netvlies). Sedert april 2016, wordt Lucentis terugbetaald door de ziekteverzekering, zonder beperking in tijd noch in aantal, op voorwaarde dat de bijziendheid >= 6 dioptrie, met abnormale verlenging van de oogbol (axiale lengte > 26mm), en een startvisus =0.1 bedraagt.
  • Lucentis

2. Eylea (Aflibercept):

Is een Fusie-eiwit bestaande uit delen van extracellulaire domeinen van de humane VEGF (vasculaire endotheliale groeifactor)-receptoren 1 en 2 gefuseerd met het Fc-gedeelte van humaan IgG1. 

Eylea is geïndiceerd bij volwassenen voor:

  • de behandeling van neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (LMD). Op heden worden over een periode van 3 jaar 17 injecties per oog terugbetaald door de ziekteverzekering, op voorwaarde dat de visus na de opstartdosis van 3 maandelijkse injecties >= 0.1 bedraagt

  • de behandeling van visusverslechtering als gevolg van diabetisch macula-oedeem (DME). Op heden worden over een periode van 2 jaar 10 injecties per oog terugbetaald door de ziekteverzekering, op voorwaarde dat de visus na de opstartdosis van 3 maandelijkse injecties >= 0.1 bedraagt, en op voorwaarde dat de glycemie en de cholesterolemie goed onder controle zijn met een HbA1c < 8%.

  • de behandeling van visusverslechtering als gevolg van macula-oedeem secundair aan retinale veneuze takocclusie (BRVO) of retinale veneuze stamocclusie (CRVO = centrale veneuze occlusie). Bij de BRVO worden over een periode van 2 jaar 15 injecties per oog terugbetaald door de ziekteverzekering, op voorwaarde dat de visus =0.1 bedraagt. Bij de CRVO worden gedurende het eerste behandelingsjaar 10 injecties per oog, en gedurende het tweede behandelingsjaar 5 injecties per oog terugbetaald door de ziekteverzekering, op voorwaarde dat de visus na de opstartdosis van 3 maandelijkse injecties >=0.1 bedraagt.

3. Avastin (bevacizumab):

Een humaan monoklonaal antilichaam dat bindt aan VEGF. Wanneer bevacizumab éénmaal gebonden is aan VEGF, belemmert het VEGF om juist te werken. Dit heeft het effect van voorkomen van tumorgroei door het blokkeren van de groei van bloedvaten die voedingsstoffen en zuurstof naar de tumor brengen.

Avastin was aanvankelijk niet bedoeld om oogproblemen te behandelen. Het wordt momenteel toegepast in de behandeling van darmkanker. Eenmaal een geneesmiddel is toegelaten, kunnen artsen het "off-label" of "buiten de bijsluiter" gebruiken voor andere doeleinden. Voorwaarden zijn dat ze het product goed kennen, en het gebruiken op basis van goed wetenschappelijk bewijs, en goede aantekeningen van het gebruik en de effecten bijhouden. 

Oogartsen gebruiken Avastin "off-label" voor de behandeling van natte LMD en soortgelijke afwijkingen op basis van onderzoek dat bewijst dat VEGF één van de oorzaken is van abnormale bloedvatengroei.

Bij patiënten die behandeld werden met anti-VEGF, verminderde de vochtophoping (netvliesoedeem) en is er een verbetering van het zicht. Het doel van de behandeling is verder verlies van het zicht te voorkomen. Hoewel sommige patiënten zelfs verbetering van zicht hebben gekregen, kan het geneesmiddel niet altijd het zicht terugbrengen dat al verloren gegaan is.

  • Avastin

Hoe wordt anti-VEGF in het oog toegediend?

De injectie wordt gedurende de eerste drie maanden maandelijks toegediend. Daarna wordt de patiënt zorgvuldig opgevolgd, om te evalueren of een herhaling van de behandeling noozakelijk is. Voor de behandeling van de natte vorm van de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie is een gemiddelde van 6 injecties nodig tijdens het eerste behandelingsjaar.

  • De injectie wordt gegeven onder steriele omstandigheden in de operatiekamer.
  • Het oog wordt eerst met oogdruppels en ooggel verdoofd.
  • Daarna wordt het oog en de oogleden ontsmet met Isobetadine
  • Het hoofd wordt afgedekt met een steriele doek
  • Door een venstertje in deze doek wordt een klemmetje tussen de oogleden geplaatst om het oog open te houden.
  • Daarna wordt de injectie toegediend in het oog via de zijwand van het oog. Een heel kleine hoeveelheid (0.05ml) wordt toegediend.
  • Gedurende 3 dagen moeten antibiotische druppels of antibiotische oogzalf toegediend worden
Intravitreale injectie

Wat zijn de mogelijke verwikkelingen ten gevolge van het middel en van de injectie? 

Medische publicaties vermelden bij intraveneus gebruik van anti-VEGF (bijvoorbeeld het gebruik van Avastin bij darmkanker) een verhoogd risico op verhoogde bloeddruk en trombosen.

Oogartsen zijn van mening dat het risico op dit soort complicaties bij toediening van anti-VEGF in het oog gering is. Dit omdat de patiënten die anti-VEGF toegediend krijgen in het oog, een veel kleinere dosis toegediend krijgen, en het uitsluitend in de holte van het oog toegediend krijgen.

Risico's bij injectie in het glasvocht (intravitreale injectie)

  • Cataract (vertroebeling van de ooglens)
  • Glaucoom (verhoging van de oogdruk)
  • Hypotonie (een te lage oogdruk)
  • Beschadiging of loslating van het netvlies
  • Bloedingen in het oog
  • Beschadiging van het hoornvlies
  • Endophthalmitis (infectie van het gehele oog)

Al deze risico's zijn gelukkig zeldzaam, maar kunnen, wanneer zij optreden, aanleiding geven tot blijvende visusdaling. Voorts kunnen er minder ernstige neveneffecten optreden door de ontsmetting of door de verdovende oogdruppels:

  • Pijn
  • Bloeduitstorting onder het bindvlies (bloeddoorlopen oog)
  • Roodheid van het oog
  • Tijdelijke stoornis van het zien (vliegjes, spinnenweb, luchtbelletjes)
  • Allergieën (als u bekend bent met allergieën, moet u dat melden aan de behandelende oogarts)